Praktische farmacologie
therapeutische scholing - 4 contactdagen
Een complementair werkend therapeut wordt steeds vaker geconfronteerd met het (soms jarenlange) medicijngebruik van een patiënt. Ook worden er door een patiënt meer vragen gesteld over eventuele interacties of alternatieven. Om hier op een professionele manier mee om te kunnen gaan is kennis over de werking en de bijwerkingen van geneesmiddelen noodzakelijk.
Deze cursus wordt online gegeven. Via e-learning volg je 4 lesdagen.
Het studiemateriaal is inbegrepen en sturen we op. Ook het bijbehorende examen maak je thuis.
Ga naar ons online-studiehuis om je op te geven voor deze variant.
Voor wie is het?
Deze scholing is bedoeld voor HBO therapeuten. Enige basiskennis betreffende de werking van het lichaam en systemen (zoals Sympaticus, HPA-as, RAAS) wordt verondersteld aanwezig te zijn.
Keuzevak
Deze scholing kun je als keuzevak opnemen in je ONT op maat traject.
Docent
De lessen worden gegeven door
Dorothé Lueb.
Studiebelasting
Het totaal aantal ECT's, inclusief de toetsingsmomenten, het uitwerken van praktijkopdrachten en het maken van een patiënten informatiefolder bedraagt 12.
Accreditatie
Deze module is (mbt de studiepunten) geaccrediteerd door de NWP en de MBOG. Lees meer....
Dubbelstraat 4, 8561 BC Balk
We behandelen de meest relevante groepen van geneesmiddelen zoals:
• Statines (cholesterolverlagende middelen)
• Psychofarmaca (slaapmiddelen, angstremmende middelen)
• Antidepressiva en andere stemmings beInvloedende middelen
• Antihypertensiva (bloeddrukverlagende middelen)
• Anti-histaminica (middelen om een allergische reactie te remmen)
• Anti-coagulantia (anti-stollingsmiddelen)
• Antacida (maagzuurremmers)
• Antidiabetica (bloedsuikerspiegel beïnvloedende middelen)
Veel medicijnen interacteren met normale voedingsmiddelen, fytotherapeutica of supplementen. Soms pakt dit positief uit, soms negatief. Ze kunnen ook invloed uitoefenen op de opname en (ver)werking van nutriënten zoals vitaminen en mineralen. Kennis hierover kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij het bepalen van je behandelstrategie.
Na afronding van deze cursus weet je hoe medicijnen worden ontwikkeld, wat de belangrijkste toedieningsvormen zijn, hoe ze zich gedragen in het lichaam (qua absorptie, distributie, eliminatie) en (voorzover bekend) op welk werkingsmechanisme ze aangrijpen. Dit laatste levert informatie over de (al dan niet) aanwezige verstoringen. Bovendien kan het een handig hulpmiddel zijn bij de zoektocht naar eventuele alternatieven. Ook iets wat we uitgebreid gaan behandelen.
De leerdoelen per lesblok kun je hier downloaden.
De productie van pepsine en zoutzuur (HCL) wordt gestimuleert door de hormonen acetylcholine, histamine en gastrine. Vervolgens is ATP (celenergie) nodig voor het uitendelijke productieproces.
H2 receptorantagonisten (cimetidine, famotidine, nizatidine en ranitidine) blokkeren de histamine receptoren en verminderen daardoor de afgifte van zoutzuur. Het maagzuur daalt.
Protonpompremmers (esomeprazol, lansoprazol, omeprazol, pantoprasol en rabeprazol) remmen de protonpomp waardoor de zoutzuurproductie wordt geremd. Het maagzuur daalt.
In deze cursus leer je de belangrijkste en praktisch meest relevante aspecten van medicijngebruik. Je leert hoe de meest voorkomende medicijnen werken, je leert wat de belangrijkste bijwerkingen zijn en welke beperkingen de patiënt als gevolg van medicatie kan ondervinden.
Praktische informatie