Schildklier tweedaagse
therapeutische scholing
Dubbelstraat 4, 8561 BC Balk
De schildklier is een belangrijke hormoonklier. Hij reageert op alle homeostatische verstoringen maar doet dat niet op eigen houtje. Het homeostatische evenwicht in het lichaam wordt in de gaten gehouden door de hersenstam. De hersenstam geeft een ‘verstoring’ door aan de hypothalamus. Deze zorgt ervoor dat het lichaam geactiveerd wordt om het evenwicht weer te herstellen. Ook wordt er een sensatie aan de verstoring gekoppeld, bijvoorbeeld ‘het voelt koud’ of ‘het voelt dorst’. Afhankelijk van de verstoring worden één of meerdere regulerende systemen geactiveerd, de schildklier wordt er echter altijd bij betrokken.
De hypothalamus maakt TRH (thyroïd releasing hormon). TRH stimuleert de hypofyse tot de aanmaak van TSH (thyroïd stimulating hormon). TSH stimuleert de schildklier tot de aanmaak van T4 (Thyroxine). T4 wordt m.b.v. selenium gedejodeerd waarna T3 (trijoodthyronin) ontstaat. T3 kan de celmembraan passeren en werkt in op het DNA van de cel. Het activeert de stofwisseling en is daardoor verantwoordelijk voor de energie-aanmaak. Afhankelijk van de situatie kan er ook rT3 (reverse T3) worden geproduceerd. Dit heeft een remmend effect op de stofwisseling maar een stimulerend effect op het afweersysteem.
Tijdens deze tweedaagse duiken we in deze boeiende materie. Behandeld worden verschillende oorzakelijke verbanden en verstoorde processen. Ook kijken we naar de gebruikelijke lab onderzoeken en de waarde daarvan. Daarna volgen diverse interventie mogelijkheden. Aan het einde van deze tweedaagse heb je voldoende handvatten om patiënten met schildklierproblematiek te kunnen begeleiden.
Met betrekking tot de schildklier kennen we een hyperthyroïdie (overfunctie) of een hypothyroïdie (onderfunctie). Er kan sprake zijn van een auto-immuun proces. De meest voorkomende zijn de ziekte van Graves en de ziekte van Hashimoto. Ook kan de schildklier opgezwollen raken. Dat fenomeen wordt struma of krop genoemd. Het een sluit het ander niet uit. Een Hashimoto bijvoorbeeld brengt een hypothyroïdie met zich mee en de schildklier kan tegelijkertijd opgezwollen zijn.
Een verstoring van de schildklier heeft natuurlijk wel gevolgen voor het lichaam. Een overfunctie gaat gepaard met gewichtsverlies, grote eetlust, grote warmteproductie, sterke zweetsecretie, nervositeit en hartkloppingen. Bij onderzoek zijn de stofwisseling en de zuurstofconsumptie verhoogd. Een onderfunctie gaat gepaard met een pafferig gezicht, zwelling onder de ogen, koude, droge huid, haaruitval, gewichtstoename, constipatie, mentale moeheid, geheugenzwakte en lethargie. Bij onderzoek zijn de stofwisseling en de zuurstofconsumptie verlaagd, er is sprake van hypothermie, een langzame pols en een gering hartminuutvolume. Je ziet, helemaal vrij van symptomen blijft het niet.