Evenwijs therapeuten netwerk
on-line leren
Praktische farmacologie
Een therapeut wordt steeds vaker geconfronteerd met het (soms jarenlange) medicijngebruik van een patiënt. Ook worden er door een patiënt meer vragen gesteld over eventuele interacties of alternatieven. Om hier op een professionele manier mee om te kunnen gaan is enige kennis over de werking en de bijwerkingen van geneesmiddelen noodzakelijk. Uiteraard spreken we over enige kennis. Voor meer diepgaande kennis kun je het beste de opleiding tot basisarts (6 jaar) volgen.

Dubbelstraat 4,  8561 BC Balk
1-2 dagen 3-5 dagen 6 dagen en meer Diversen Kennis Informatie
Voeding II
Fermenteren
Lymfetaping
Kracht van ketose
Overgangsklachten
Schildklier 2 daagse
Voeding I
Voeding III
Praktijkvoering
Lymfedrainage I
Lymfedrainage II
Lymfedrainage III
Hirudo therapeut
Stress Tolerantie
Epifysiologie I
Epifysiologie II
Voetreflexmassage
Energetisch praktijkjaar
Epigenetisch M/D specialist

Puur Variatie
Terugkomdagen
Piramide ervaring
Online studiehuis
Kenniscentrum
Kennis partners
Therapeuten netwerk
Aan- afmelden
Meest gestelde vragen
Vrijstelling aanvragen
Studiebeurs aanvragen

We behandelen de meest voorkomende groepen van geneesmiddelen zoals:

Cholesterolverlagende medicijnen

Psychofarmaca (slaapmiddelen, angstremmende middelen)

Antidepressiva en andere stemmings beInvloedende middelen

Antihypertensiva (bloeddrukverlagende middelen)

Anti-histaminica (middelen om een allergische reactie te remmen)

Anti-coagulantia (anti-stollingsmiddelen)

Antacida (maagzuurremmers)

Antidiabetica (bloedsuikerspiegel beïnvloedende middelen)

Medicijnen die ingezet worden bij botontkalking

Farmacologie
Veel medicijnen interacteren met normale voedingsmiddelen, fytotherapeutica of supplementen. Soms pakt dit positief uit, soms negatief. Ze kunnen ook invloed uitoefenen op de opname en (ver)werking van nutriënten zoals vitaminen en mineralen. Kennis hierover kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij het bepalen van je behandelstrategie.

Na afronding van deze module weet je hoe medicijnen worden ontwikkeld, wat de belangrijkste toedieningsvormen zijn, hoe ze zich gedragen in het lichaam (qua absorptie, distributie, eliminatie) en (voorzover bekend) op welk werkingsmechanisme ze aangrijpen. Dit laatste levert informatie over de (al dan niet) aanwezige verstoringen. Bovendien kan het een handig hulpmiddel zijn bij de zoektocht naar eventuele alternatieven. Ook iets wat we uitgebreid gaan behandelen.

De leerdoelen voor deze module kun je hier downloaden.


--->Naar het e-learning overzicht
De productie van pepsine en zoutzuur (HCL)  wordt gestimuleert door de hormonen acetylcholine, histamine en gastrine. Vervolgens is ATP (celenergie) nodig voor het uiteindelijke productieproces. De protonpomp pompt protonen (waterstofjes / H+) naar de maagholte. Daardoor wordt chloor (Cl-) aangetrokken en vormt zich HCL (zoutzuur).

H2 receptorantagonisten (cimetidine, famotidine, nizatidine en ranitidine) blokkeren Histamine receptoren en verminderen daardoor de afgifte van zoutzuur. Het maagzuur daalt.
Protonpompremmers (esomeprazol, lansoprazol, omeprazol, pantoprasol en rabeprazol) remmen de protonpomp waardoor de zoutzuurproductie wordt geremd. Het maagzuur daalt.
In deze module leer je de belangrijkste en praktisch meest relevante aspecten van medicijngebruik. Je leert hoe de meest voorkomende medicijnen werken, je leert wat de belangrijkste bijwerkingen zijn en welke beperkingen de patiënt als gevolg van medicatie kan ondervinden.
Bij een depressie kan een arts een SSRI, een selectieve-serotonine-heropname-remmer voorschrijven. Een SSRI remt de re-uptake waardoor er meer neurotransmitters (in dit geval serotonine) achterblijven in de synaps spleet. De gedachte: meer neurotransmitters -> meer effect. In feite klopt dit.

Er is echter een keerzijde aan en die is: langdurig meer neurotransmitters geven een resistentie op (in dit geval serotonine-) receptoren.

Bekende SSRI's: fluoxetine (prozac), citalopram, escitalopram, fluvoxanine, paroxetine, sertraline.

DHEA, Folaat, EPA en DHA blijken supportive.
ONT keuzemodule